Het eeuwenoude Alfoerenlied ‘Hena Masa Waja’ is het oorspronkelijke Molukse volkslied.
Het is niet eenvoudig om een letterlijke vertaling te geven van ‘Hena Masa Waja’. In het tijdschrift ‘De Stem van Ambon’ uit 1954 (nr. 63, p. 4) staat een uitleg van G.L. Tichelman:
Gisteren, eergisteren (dus in oude tijden) kwamen wij Alfoeren van Honimoa (d.i. de oude naam van Saparua) afgezakt en gebruikten, teneinde de gunstige tijd te weten te komen, ‘tasibea’ (kanabloem) als wichelroede. Doch het viel ongunstig uit (‘kotika’ is tijd) om naar het Grote Huis (raadhuis, baileo) te gaan. Gij, het Grote Huis te Sepa, alwaar voor ons was bewaard de grote koningskroon. Daarom roeiden wij maar langzaam langs de kust naar de ‘labuan’ (haven, rede); de rede van onze bestemmingsplaats. Al langzaam, roeiende zijn wij nu de haven van onze bestemming genaderd.
G.L. Tichelman heeft deze vertaling vervolgens omgezet in de volgende dichtvorm:
VOORHEEN
Naar het zonnige strand
togen de Bergboeren
van Honimoa; voorheen het land der Alifoeren.
Priesters wichelden met de kanabloem
voorspelden: Lang en moeilijk is de weg naar eer en roem.
Ginds in het rijk Sepa staat de balije
en in de wijdste der woningen
wacht het symbool der Vrijen;
Het blinkend embleem der Koningen.
Bedachtzaam pagaaiend daarheen langs het strand der zee
varen wij naar het uiteindelijke doel, de veilige ree.
Victorie! Onze glorierijke bestemming ligt in het verschiet.
Maar wees beheerst Broeders, overijl U niet.
Wie moeizaam tracht en met geduld verbeidt,
hem wacht het hoge loon: de stralende kroon der Vrijheid.
Luister naar ‘Hena Masa Waja’ gezongen door Julia Lo’ko.